Hij : “Ga jij het verslag schrijven ?”
Zij : “Eeuuuuh…”
Hij : “Ja dus. OK, ik beloof er niets aan te veranderen”
Zij : “Ge moest maar eens durven !”
Maandag, 4 juli, zeer ochtendlijk uur.
Ik zit in een circustent. Hoog in de nok zweeft een vuurspuwende acrobaat.
Plots verslikt hij zich en staat in lichterlaaie. Ik moet hem gaan blussen.
Op een enorme kanonbal schieten ze mij het ijle in. Mis. Rakelings naast de acrobaat.
Hij schrikt. Ik schrik. We tuimelen naar beneden,armen en benen graaien, grijpen, klapwieken, zweefduiken. De acrobaat stort eerst neer. Naast het net. Nu is het mijn beurt.
Patat ! Een immense knal ! Ik ben er geweest, denk ik.
Neen, ik ben er nog en zit recht in mijn bed. Wat een zachte landing.
De immense knal is de bliksem die zonet bij onze buren is ingeslagen. Het rommelt hier langs alle kanten, de regen valt met bakken naar beneden, il pleut des cordes. Heerlijk vind ik deze intense zomeronweders. Hadden we er gisteren zo maar ééntje op de Werchterse wei meegemaakt….Ik herinner mij ‘De Belofte’, schiet in mijn kleren en naar beneden waar ik voor een paar uren niet meer van achter de computer zal komen.
Zaterdag, middaguur
Murke opgehaald en, na een vlug aperitiefje, vertrekken we richting Brussel. Hilton, here we come. Inchecken en weer weg want, toegegeven, ’t is naar Werchter dat we gaan en ’t is voor de muziek. Of althans, we zullen er proberen te geraken want met al die dekselse omleidingen in Brussel weten we het plots niet meer. ‘Déviation’ richting volgende ‘déviation’. Een mens wordt er gedesoriënteerd van. Murke zit nog fris in het zadel , steekt zijn kop door de ruit en loodst Stef doorheen de onontwarbare Brusselse kluwen wegomleidingen, één van de Grote Belgische Ziekten. “’t Is langs daar, ik ruik de weide al”.
We danken de goden van Werchter voor de parkingkaart. Wat een luxe. De rijen toe-en wegstromende festivalgangers hebben minder geluk. Sjouwen en sleuren met hun hele hebben en houden naar parkings en kampeerplaatsen soms kilometers ver van de site. En dat bij temperaturen die naar het exotische lonken. Murke loodst ons naar een aparte ingang en vlotjes geraken we binnen na eerst ingescand en gebadged te worden. De controleurs moeten nog eens ‘tasten’, weer alleen bij mij. Al goed dat mijn zelfmoordbeha niet ontploft is.
Murke neemt ons vervolgens mee langs het festivalterrein onmiddellijk backstage, hij heeft zijn stal geroken en is niet meer te houden. Bier ! Direct ! Nu ! Een parasol en een stoel, meer moet dat niet zijn. De backstagearea is schitterend ingericht. Poepsjiek met obers en diensters in kostuum. Tapijt en bomen in de restauranttent. Toeters en bellen. Menig trouwfeest kan er niet aan tippen. Later zullen we ontdekken dat het buffet overheerlijk is en de éénmalige prijs van 25€ slechts een habbekrats die je moet betalen om de hele dag door te kunnen eten. Gepocheerde zalm, gerookte zalm, aspic van paling en andere vissoorten, paarse (!) rijst, asperges, pasta’s, lentefrisse groentjes, warm buffet en toetjes om poten, oren en mekaar af te likken ! Njamnjam. Maar ’t is echt wel voor de muziek dat we komen. Backstage waaien er ondefinieerbare wolken muziek binnen. Gelukkig hebben we een piepklein programma om te weten wie er op dat moment speelt : Daan, The Tears, The Game, Rilo Kiley, Admiral Freebee, The Dears, Bloc Party, ze gaan ons allemaal redelijk onopgemerkt voorbij, daar onder die parasol. Murke wil graag Audioslave zien en voor het eerst begeven wij ons op de weide. Het wordt een ontgoochelend optreden, slechte klank en een zanger zonder stem. Murke denkt dat ze vermoeid waren. Mij kon het in elk geval niet boeien. Dus dan maar weer backstage wat gaan plukken aan het buffet met een flesje wijn erbij. Inmiddels spot Murke hier en daar een bekende politieke kop, TV-madam, artiest of organisator. Murke, man van de wereld, kent zijn domein Bewonderenswaardig. Ik ken al die lui niet. Niet echt iets om ongerust over te zijn, ze hebben ook 2 armen, 2 benen, puisten en een schone of lelijke kop. Ze zweten ook. Ze moeten ook hun benen scheren. Ze plukken van hetzelfde buffet en gaan naar dezelfde WC. Gewoon kijken en genieten en vooral geen domme dingen zeggen over Jazz Bilzen en zo maar Murke bedekt alles met de mantel der liefde.
RAMMSTEIN ! RAMMSTEIN !
De soundcheck maant ons aan een goed plekske te zoeken op de wei-zonder-gras.
Murke weet alweer perfect waar hij moet staan, ik niet. Mijn tweede les in nederigheid vandaag. We worden overspoeld door Duits gebonk : een tsunami snoeihard maar keigoed lawaai wordt over de deinende weide gespuugd. Laat maar komen in 2005. In 1940-45 was dat niet anders. Ook nu rijden ze met een tank over het volk, zo verpletterend is hun show. Vuurwerk ! Vlammen ! Oorlog op het podium ! Murke zie ik eventjes headbangen. Dat zit dus snor. Inmiddels zijn we allemaal wat tipsy , door de wijn, het bier, het headbangen, de hitte. Direct na het optreden (de bisnummers zijn al gedaan, Els !) djakkeren we richting auto.
Murke stelt voor om te rijden. Stef en ik zijn content, wat een beleefde jongen, we mogen het hele weekend met hem mee en nu wil hij nog zelf rijden ook! Ik nestel mij plat op de achterbank, erop vertrouwend dat we veilig het Hilton zullen bereiken. Murke maalt de nachtelijke kilometers weg op het asfalt. Met onze kleischoenen en stinkend naar een overjaars kippenhok overvallen we de nachtwakers, rollen we eerst de lift en daarna ons zachte hotelbed in op het achtste om te slapen slapen slapen. Luxefestivalgangers zijn we ! Moe maar wreed content vallen onze rolluikskes loodzwaar toe…
Zondag, 11 uur.
“En, Els, was je knorrig, ranzig of ruizig vannacht ?”
Sedert Murke naar de Canvascrack kijkt, is zijn taalgebruik nogal aangescherpt.
De nacht was verkwikkend en ik zat al vroeg in een heet bad. Na een overheerlijk ontbijtbuffet zijn onze batterijen weer voldoende opgeladen om met Murke een ochtendwandeling te maken door Brussel. Baf ! Onze derde les in nederigheid : ken uw hoofdstad ! Meester Murke troont zijn 2 leerlingen mee door de Brusselse straten.
“Eerst gaan we une Lunette drinken”, zegt hij. Nooit van gehoord en als de garçon de drie Lunettes op tafel komt zetten, hebben we géén lunettes nodig om ze te zien staan : een Lunette is een reuze champagnecoupe gevuld met bier. Je kan er wel een goudvis in kwijt ! Ideaal dus om ons op te warmen en straks weer de weide te bestormen. Haha !
De temperatuur stijgt inmiddels naar 30°, dat wordt puffen. Brussel is op zondagochtend een gezellige metropool, smeltkroes van verschillende nationaliteiten, stoofpot voor individuen van diverse pluimages. De klok van een wijkkerk galmt tussen de huisgevels. Al wie nog niet wakker is, zal het nu wel zijn. Murke is in zijn nopjes en neemt ons mee naar één van zijn favoriete plekjes, de Graanmarkt. Ridder Arno woont er om de hoek. Friedel Lesage loopt er over het plein. Deze tijd van het jaar en met deze exotische temperaturen lijkt de Graanmarkt op een tafereeltje uit de Provence. Je waant je er in Saint-Remy of Fontveille. Alleen een petanquebaan ontbreekt, de platanen zijn er al, het fonteintje en de minzaam spelende accordeonist ook. Ik weet niet hoe lang we er hebben gezeten maar het kon niet lang genoeg duren. Mensenkijken, my favourite waste of time. Gluren naar die warrige gekke dienster met haar lijkwit vel, afschuwelijk gifgroen kleed en korte accajou laarsjes. Enkel pseudo-intellectuelen die zij begeven in so called artistic environments kleden zich zo. Of die gekke Jamaïcaan. Stoned, man ! Een paar keer per jaar zou de klok stil moeten staan en dit was zo één van die momenten. Maar de tijd kent geen genade en na het nodige gerstenat (maar Elzebubbel toch, leer toch eens TRAAG te drinken) gingen we weer verder, richting hotel en vervolgens on the road naar Werchter. Want ’t is voor de muziek dat we komen !
Het beste waterafdrijvend middel is alcohol, dat weet ik al jaren tot mijn scha en schande. Dus moet Stef onderweg de remmen dichtgooien en verdwijn ik even achter een vrachtwagen voor één van de kleine geneugten van het leven : plassen in open lucht ! Als die vrachtwagenchauffeur maar niet wakker wordt.
Aangekomen op de parking zijn we toch nog wel 10 minuten fris gebleven maar dan was het al om zeep : bloedheet werd het en ik kreeg weer zweetborsten van jewelste. De weide stonk nog meer dan de dag ervoor naar een kippenhok. Er zat véél volk (vooral jong en bloot), duizenden roodaangelopen koppen, opeengepakt in Herman’s stal. Wat een weldaad om weer backstage te kunnen. Er wordt water gedronken, ik bestel meteen 2 bekers ineens. Kane, Feeder en Keane passeren de revue, net zoals Stash en Arsenal. Stef wil Sarah Bettens wel eens zien en we begeven ons met ons tweetjes richting Marquee. Ik hoop dat ze niet al te veel in haar zagen is en , ja hoor, vandaag brengt ze heel wat uptempo nummers en het wordt zowaar heel gezellig. Murke wil naar Soulwax. Ik zweer dat hij het niet één nummer uithoudt bij deze verzengende hitte. Stef en ik hebben ons alweer backstage genesteld als we hem in ons blikveld krijgen. Murkes cement is overal aan het afbrokkelen. De geselende zon heeft kleine riviertjes geschapen op zijn voorhoofd, er hangen zweetdruppeltjes te parelen aan de toppen van zijn haar. Moa vint toch, hééééét ! Ik kan er niet tegen ! Loden benen willen hem nergens meer naartoe brengen, behalve naar de airco van de auto. Ik verdwijn nog even tussen de maïs die amper 30 centimeter hoog staat voor een sanitaire stop. Bye bye QOTSA, Foo Fighters en R.E.M. wij verlaten nu meteen Werchter. Indien niet, vrezen we dat Schwung volgend jaar niet meer zal doorgaan wegens grote baas gesmolten.
Zondagavond, Agora
“Aha, hoe was het in Werchter ?”
“Super, hoor, ’t was voor de muziek dat we gingen…”
Wanneer Murke 3 caipirinhas bestelt, verdwijnt Anje in de keuken om er een hele ijsblok te lijf te gaan en terug te keren met een godendrank van limoen en crushed ice. ’t Mienwerkerke en dinsdagliefje zijn ook van de partij en het wordt nog gezellig nababbelen. Plots rolt B.O.L.
letterlijk binnen. Een enkele uren durende aperitief met ’t Mienwerkerke en de fotograaf van Peer had duidelijk zijn sporen achtergelaten. Het vertroebelde zicht van molenwiekende B.O.L.
was gebrand op het decolleté van mijn zomertopje. Help ! Begint hij wel kleingeld in de gleuf te laten vallen zeker ! Zijn hele portefeuille heeft hij erin gekieperd. Hilarisch !
Het hele café komt niet meer bij van het lachen. Al wie nog geen kreeftenkop heeft van de blakerende zon heeft er nu wel één van het bulderen. Als ik recht ga staan, valt het kleingeld langs alle kanten door mijn kleren. Ik voel mij een levende jukebox.
Na nog enkele rondjes caipirinha besluiten we huiswaarts te keren. In Werchter moet ondertussen R.E.M al bezig zijn. Als ik mijn kleren uitdoe vallen er nog een stuk van 20 cent en ééntje van 5 cent op de grond. 25 Cent die toebehoren aan B.O.L. Ik had dit weekendje echter voor geen miljoen cent willen missen !
Bedankt Murke !
maandag, juli 04, 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
ik wil foto's van die zweetborsten
schoon verslag en volledig akkoord inzake Rammstein. twas bere
Nog een geluk dat jullie echt voor de muziek gingen en niet voor iets anders, zoals: het weer, drank, goede sex, ......
Luc
Een reactie posten