donderdag, september 15, 2005
Ondertussen in Slovenië
Met een beetje vertraging dan toch het reisverslag van gastblogster Elzebubbel. Een uitgebreid relaas aangaande hun reis doorheen Slovenië. Veel leesplezier
SLOVENIË
Land aan de zonnige kant van de Alpen.
Zaterdag 23 juli 2005
Een kustlijn van slechts 42 km.
Onze watersandalen verdwijnen bijgevolg in de verste hoek van de autokoffer.
Tijd om de bergschoenen boven te halen.
Al vroeg in de ochtend en fris als hoentjes snorren we richting dit voor ons totaal onbekende land. Er klotst nog wat Kroatisch zeewater in onze oren maar we kijken al uit naar 1 weekje bergvakantie met ons 5.
Aan de passage van de Kroatische en Sloveense grenzen is er opnieuw identiteitscontrole. Vlotjes glijden we het land binnen en de bergpassen op en af. Wat onmiddellijk opvalt, zijn de gekke plaatsnamen zoals MRSJK, SKRJN of het riviertje MZRLEK. Het is ons een raadsel hoe je dit moet uitspreken. Slavische talen klinken heel gek met veel ç’s en z’s met een komiek kapje erop. Hier sturen wij onze kinderen voor dergelijke uitspraak onmiddellijk naar de logopediste !
Ondertussen verheffen zich alpentoppen tot enorme hoogten en zien we bergdalen die gestoffeerd zijn met een vruchtbaar groen tapijt. Wegen banen zich door dichte wouden die af en toe onderbroken worden door akkers en uitgestrekte weiden of wijnplantages. De huizen van de dorpjes die we passeren zijn in bloemen gehuld. Dit doet allemaal heel erg Oostenrijks aan.
We hebben de hele dag de tijd om de trip naar Kransjka Gora af te leggen en nemen daarom een ruime pauze om nog even te stoppen in Ljubljana, de hoofdstad van deze jonge republiek. De rivier die de stad doorkruist heet Ljubljanica. Beiden herbergen het woord ljubezen, dat ‘liefde’ betekent.
We komen er al ‘tegen de noene’ aan. De autoluwe binnenstad is ronduit gezellig. We slenteren er rond terwijl de pastelkleurige huizen en leuke bruggen onze aandacht trekken. Het is marktdag en er heerst een uiterst vrolijke zuiderse sfeer. Veel mannen dragen hoeden tot over de ogen, de vrouwen dragen bonte hoofddoeken. De marktkraampjes hebben allemaal een wit en donkergroen gestreept afdakje. Tussen de gebouwen nestelen zich allerlei pleintjes en rantsoentjes met opvallende elegantie.
Ljubljana profileert zich ook graag als ‘stad der kunsten’, ooit werd hier de oudste filharmonie ter wereld opgericht in 1701. Er lopen veel mensen rond met kunstzinnige ambities en zo genieten we van het straatoptreden van opeenvolgend een violist, een accordeonist en een klassiek gitarist. Verder ook veel kraampjes met kralen, zijde- en andere schilderijen, keramiek, glasbeschildering… Meestal heel genietbaar en verre van kitsch.
We besluiten te middagmalen in een gezellige pizzeria langs de Ljubljanica. Vooral de grote parasols wenken ons, het is er immers warm. We vermoeden dat 1 ‘family-pizza’ niet voldoende zal zijn om onze hongerige kroost te voederen en bestellen er dus maar meteen 2. Madre mia ! We kunnen onze ogen niet geloven als de ober eventjes later met 2 exemplaren komt aandraven ter grootte van –zonder overdrijven- een bistrotafeltje ! Dat wordt ‘stampen en douwen’…. Na het boek ‘Rigor Mortis’ weet ik inmiddels dat een maag ontploft bij een inhoud van 6 liter en laat bijgevolg wijselijk àlle korstjes liggen.
Even later rollen we letterlijk onze auto binnen en rijden door naar Kranjska Gora waar we begroet worden door Marina Oitzl van wie we ons chaletje via Internet huurden.
Een bijzonder warm onthaal staat ons te wachten door Marina en haar 3 honden annex 7 pups. Ze heeft een extra boontje voor de Belgen sedert haar Oostenrijkse herdershond ‘Ruby’gedekt werd door een Belgische reu met als ‘offspring’ 7 schattige wollige pups. Er wordt wat afgelebberd !
De chalet steelt meteen onze harten : een Hans en Grietje-huisje, kraaknet en splinternieuw. Alles geurt naar vers hout en werd heel knus ingericht met IKEA-spullen.
Zie http://freeweb.siol.net./oitzl
Onze met pizza overladen magen nodigen uit om niet meteen alles uit te pakken maar eens de omgeving te verkennen via een wandeling van een 30-tal minuten.
Langs een schitterende aquamarijn rivier met af en toe mooie watervalletjes trekken we steeds verder, hongerig naar avontuur en vastgezogen aan het ons omringende landschap.
DRIE UREN LATER komen we - totaal uitgeput - weer aan in onze chalet met een dochter van wiens humeur gedaald is tot -15°C (de wandeling zou maar 30 minuten duren !).
We waren het spoor bijster geraakt in de prachtige wouden en, ons oriënterend op het geluid van de rivier, zijn we langs Tofov’s kloof op ons gat naar beneden gekomen/gegleden/geploeterd. Survival eerste klasse en de max voor Lowie en Thomas, die als volleerde berggeiten de zeer steile kloof zonder veel problemen als eersten afdalen. Vandaag is de groene trui alvast voor hen !
Na een verkwikkende douche en verlost van onze modderkleren, kruipen we ’s avonds allemaal vroeg onder de wol. Het wordt al heel snel stil in de chalet. Ik beslis echter nog mijn tweede boek te beginnen. Dat wordt ‘Ketter tegen wil en dank’, het relaas van Sebastiaan in het land van de Katharen, waar de ketters rond 1209 op de brandstapel belandden. Mijn eigen voeten gloeien ondertussen alsof ze zélf op de brandstapel stonden…
Zondag 24 juli 2005
Lekker lang uitslapen op zijn zondagochtends.
We worden begroet door de natte neuzen van de honden die nieuwsgierig door de ramen komen piepen of er al iemand wakker is.
Dit wordt een dagje settelen, inkopen doen en plannen maken voor de week.
Wanneer Marina opmerkt dat er wat beweging in de chalet komt, staat ze al meteen aan onze deur met eigengekweekte courgettes en een hoop goede raad. We krijgen heel wat tips over dingen die we absoluut moeten bezoeken, wandelingen, uitstappen, restaurantjes…
We moeten ook plechtig beloven haar GSM-nummer altijd mee te nemen voor het geval we verloren zouden lopen in de bossen. Ze geeft ons ook nog snel eventjes het weerbericht door :
31 °C en het wordt de komende dagen elke dat 1 dag warmer…
Vandaag wordt alvast een rustig dagje met enkel een uitstap naar Kranjska Gora zelf en verder lekker onderuit urenlang lezen…en courgettesoep maken.
Maandag 25 juli 2005
We tuffen richting het nationale park Triglav, een absolute aanrader van onze gastvrouw.
Daar bevindt zich ook de hoogste top van de Julische Alpen, de Triglav (2866m).
Marina heeft vanmorgen nog goedkeurend onze auto bekeken : ‘‘With this car the trip won’t be a problem’’. We hopen dat het zo blijft als ons stalen ros wat later in het park werkelijk voluit moet gaan op een kiezelbaantje waar maar geen eind aan lijkt te komen met hellingen van soms wel 25 (!) % !
Plots zien we een enorme waterval die onmiddellijk uitnodigt de remmen dicht te gooien. Een steile klim door het prachtige berglandschap brengt ons tot een verfrissend avontuur : je kan immers onder het donderende water lopen dat 40 meter boven je hoofd van tussen de rotsen naar beneden duikelt. Het water verstuift in de lucht en parelt op onze bezwete huid. Heerlijk !
Vervolgens rijden we nog een heel stuk tot we niet meer verder kunnen en worden getrakteerd op adembenemende uitzichten op besneeuwde bergtoppen, steile rotswanden en dichte larikswouden. De hele natuur nodigt uit tot wandelen, wandelen en wandelen wat we vervolgens ook doen, steil omhoog onder een loodzware middagzon.
Onderweg geen levende ziel maar wel een gedenkplaat voor een onfortuinlijke voorganger : Sergej 1971 – 2000. Eenmaal de boomgrens gepasseerd, geselt de zon ons ongenadig en moeten we wel elke 10 minuten een drinkstop inlassen. Marina vertelde ons dat het water hier zo zuiver is dat je het zo uit de bergrivier mag drinken. Een godengeschenk !
Na een tweetal uren klimmen keren we terug naar beneden we langs de gemakkelijkste weg : door het koele rivierwater. We stoppen nog even om op adem te komen in een berghut.
Onze trillende bil- en kuitspieren schreeuwen om rust maar eerst moeten we nog met de auto het hele kiezelparcours weer naar beneden.
Na een verkwikkende douche en een stevig avondmaal gaat het licht vroeg uit in de chalet..
Dinsdag 26 juli 2005
Bled staat op de planning vandaag. Mijn ouders zijn er op hotel en we beloofden hen eens op te zoeken. Bled ligt in zo’n romantische omgeving dat het wel lijkt of je een toneeldecor binnenstapt : midden in het 145 ha grote kristalheldere gletsjermeer ligt een klein eilandje met een kerk. Gondeliers varen er met hun gasten naar toe. Dankzij thermische bronnen kan je er van mei tot september heerlijk zwemmen.
We maken de kilometerslange wandeling rond het meer en huren een gondel waarmee we zelf een tijdlang ronddobberen. De vissen zijn er bijna tam en we ontdekken ook een grote roodwangwaterschildpad. Bled is voor ons echter te toeristisch en we besluiten met de auto nog verder te rijden tot aan het meer van Bohinj, zo’n 30 kilometer verderop.
Het meer van Bohinj is het grootste meer van Slovenië. Smaragdgroen en glashelder spreidt het zich uit over het gelijknamige dal tussen de 2000 meter hoge bergen. Het ligt midden in het nationale park en heeft daarom zijn ongerepte karakter behouden. Overal zijn er wandelpaden om te genieten van de wilde schoonheid. Wij verkiezen echter om ons met de kabelbaan naar boven de laten brengen tot aan de top van de Vogel. Beneden is het 32 ° C, boven op de top worden deze meteen gehalveerd. Schitterende uitzichten branden zich opnieuw op ons netvlies.
Vanuit deze alpenoase vertrekt een wandeling van 14 uur, verdeeld over 2 dagen.
Volgens de brochure vermoeiend met beklimmingen enkel voor de geoefende aplinisten en alleen bij mooi weer aan te raden ! Geen spek voor onze bek dus.
We hebben er ook absoluut geen behoefte aan om de duizelingwekkende kam te bedwingen en nestelen ons in de ijle lucht op het alpenterras met een stevige pint. Life is beautiful !
’s Avonds trekken we nog richting Vrsic waar we 23 haarspeldbochten verder genieten van de ondergaande zon die de bergwanden roze schildert. Tijdens het afdalen moeten we even stoppen voor ‘koeien op de weg’ en ‘overhuppelende eekhoorns’.
Woensdag 27 juli 2005
Gisterenavond zijn we nog uit gaan eten in restaurant ‘Frida’. Volgende gerechten kan je terug vinden op een Sloveense menukaart : brodet, sterz, ajwar, zubatac, pasticalda, pasta i fazd, potica, cevapcici, divje prasic, fazan v vinski omake, gobe e smetano, golaz, goveja brzola, klobasa,… Kebab ! Yes ! Een woord dat we begrijpen. Thomas speelt op veilig en bestelt dan ook meteen de ‘kebab’. Even later wordt een schaal voor zijn neus gedeponeerd met diverse soorten grote hompen vlees gespiest op een écht zwaard. We proesten het uit.
De ogen van Thomas rollen in hun kassen. Sloveense kebab, een avontuur op zich !
Eerder deze week hadden we al opgemerkt dat fietsers hier rotverwend worden.
De fietspaden zijn zeer breed met zelfs een stippellijn in het midden voor doorgaand en terugkerend fietsverkeer. Dus huren we 5 mountainbike-achtige tweewielers en trekken erop uit. Langs de rivier wel te verstaan, enfin, daar beginnen we toch.
Kilometersver volgen we het vlakke fietspad langs de Sava Dolinka. Heerlijk relax langs de rivier en de bloemenweiden. Geen auto’s, alleen fluitende vogels.
Als het fietspad ten einde loopt ‘tegen een bergflank’ ziet Stef op de stafkaart dat er wat verder een skischans moet liggen. Zullen we even doorfietsen tot daar ? Baja ! Natuurlijk !
Op dat moment ontpopt dochterlief zich tot een klimgeit eerste klas. Zonder blikken noch blozen geraakt ze steeds verder voorop zonder schijnbaar enige moeite en ze heeft zowaar nog adem over om rustig door te kwetteren. “Even zwijgen, zussie, ik moet mij, pff, concentreren op pedalen, pff, versnellingen, pff, en, pff, adem happen”. Vrolijk trappelt ze verder en 1 bocht later is ze al 3 bochten vooruit ! 3 Kwartier later arriveert ondergetekende aan de skischans. Graag DIRECT 1 liter water a.u.b. want ik heb geweldige zweetborsten en –billen.
Onze dochter staat daar fris als een dochter van 14 maar kan zijn met immense pretoogjes het oudje op te wachten. “Gaat het, mams ?” “Jaja, mijn kind” (Ik lig bijna in zwijm).
En dan heeft onze dochter ook nog ‘adem’ genoeg om de skischans zelf eens te beklimmen…
Jeetje, wat word ik oud.
Heel wat later beginnen we aan de terugtocht. Ik zweer het op de hoofden van mijn drie kinderen : tot aan de plaats waar de fietsen gehuurd hadden, heb ik op de terugweg maximum twee keer moeten duwen wat betekent : dat we dus in het doorgaan de héle tijd bergop gingen maar dat niet voelden tot het steilere gedeelte. Achteraf biecht Stef op dat hij het gezien had aan de hoogtelijntjes op de stafkaart maar hij had wijselijk gezwegen. Bedankt , zunne !
Donderdag 28 juli 2005
Wandeling 6, een absolute must volgens Marina. Iets met watervallen.
We zien het helemaal zitten. Na het bestuderen van de stafkaart hebben we er de hele dag voor uitgetrokken. We starten in Gozd Martuljek langs een bospad dat al gauw uitmondt in een kloof van een een rivierbedding die we vervolgens moeten volgen tot aan de eerste waterval.. Het bordje ‘Pas op, vallende stenen, betreden op eigen risico’ houdt ons niet tegen. Van ver horen we al het donderd geruis van waterval 1 die zo mooi is als alleen watervallen kunnen zijn. Maar…dit was best een makkie. En hop, we vervolgen onze weg naar waterval 2.
Zo’n 400 meter hoogteverschil moet overwonnen worden.
Het is bloedheet maar we zijn in opperbeste stemming en de natuur in deze oerbossen is ronduit overweldigend : natuurlijk uitgeholde paadjes, eenwenoude boomwotels om over te klauteren, beekjes om door te stappen, mossen, gipskruid, boscyclaampjes en duizenden, werkelijk duizenden vlinders. In ons hele leven zoveel vlinders niet gezien ! Het getuigt weeral eens van de puurheid van deze natuur. Vlinders, kikkers, salamanders,…gedijen enkel nog in onvervuilde gebieden. De vlinders zijn zo talrijk dat ze met gemak op je schouder komen zitten en je moet echt oppassen om er geen dood te trappen.
We volgen verder de aanwijzingen van het wandelpad, een witte cirkel met rode bol erin, maar soms is het wat zoeken. Heel vaak moeten we stoppen, drinken, rusten want het gaat steil omhoog en omhoog en omhoog.
Thomas en Lowie liggen op kop. Als echte padvinders hebben ze er een wedstrijdje zoek-de-cirkel-met-de-bol van gemaakt. Dieren zullen we hier wel niet zien, daarvoor zijn onze woudkabouters véél te luidruchtig.
Net voor de tweede waterval wordt het wat ‘tricky’ en moeten we ons eventjes aan stalen kabels vasthouden omwille van glibberige rotsen. Zonder kleerscheuren bereiken we vlotjes de tweede véél spectaculairdere waterval. Ze heeft zich duizenden jaren geleden een weg gebaand hoog tussen de rotsen en kolkt in een heel smalle kloof naar beneden. Mooi, mooi, mooi. We zien een dame (hé, er is hier nog volk !) langs de waterval naar beneden komen en staan verbluft te kijken. Onze kids zijn meteen enthousiast om dat ook eens te wagen maar eerst vragen we haar raad. ‘Not too big a problem”, beweert ze in gebrekkig Engels, “but don’t try with the youngest”, wijst ze naar Lowie die nog steeds met zijn arm in het gips zit.
Lowie en ondergetekende blijven dan maar achter, kijkend hoe de rest van ons nest gevaarlijke toeren uithaalt aan stalen kabels en ijzeren pinnen vlak naast een waterval die zo’n
50 meter naar beneden dondert. Een moeder moet vooral haar ongerustheid niet tonen en als ze even later weer op de begane grond staan , roep ik: “Cool, jongens !”, hopende dat ze de kloppende slagaders in mijn hals niet zullen zien.
Stef stelt voor toch nog eens bivak 3 op te zoeken. Volgens de stafkaart niet te ver meer weg.
Het zicht zou er prachtig moeten zijn. We zijn allemaal akkoord en gaan dus verder, hoger en hoger, Het bergpad wordt een rotspad. Het rotspad wordt een klifpad.
Het klifpad gaat over in ……niets….behalve een steile rotswand met, jawel, stalen kabels en pinnen om je voeten op te zetten. ! Zo te zien niet voor al te ver maar helemaal goed kunnen we het niet zien want er is juist een bocht waarrond de staaldraad verdwijnt.
We kijken naar mekaar en naar de arm van Lowie. Lowie is echter de eerste om te zeggen dat hij vooruit wil en even later hangen we met zijn vijf geplakt tegen de rotswand, zoekend naar de volgende pin. Omlaag een duizelingwekkende diepte, omhoog een top die niet ver weg lijkt, denken we….
De GSM gaat ! Wat een timing ! Het is mijn moeder om te vragen hoe we het stellen in onze chalet ! “Voorlopig goed, ma, maar nu moet ik vlug ophangen want ik hang maar met 1 hand meer vast aan de stalen kabel, ma, en dat zou wel eens minder goed kunnen aflopen !”
Het kabelavontuur hebben we overleefd. Met knikkende knietjes.
Het bergpad wordt verzwolgen door een uitgedroogde rivierbedding waarin het bloedheet is.
De boomgrens zijn we al voorbij en het is opmerkelijk hoe stil het hier is.
Bivak 3 vinden we uiteindelijk na het nodige speurwerk. Een schitterende locatie voor trekkers maar er is geen ziel te bespeuren. Even een lange pauze nemen, wat droge koekjes eten en dan weer naar beneden…..langs de stalen kabels….er is geen andere mogelijkheid.
Enkele uren later stoppen we bij een berghut om te eten. De grote zwarte kookpotten staan vrolijk buiten te pruttelen onder een afdak. Wat wil je eten ? Ga maar kiezen uit de potten !
Goulash, witte koolsoep met hesp en rode bonen, pompoensoep met spek, zelfgemaakte salami met smout. Kies maar. Na onze bewogen tocht doen we ons tegoed aan het krachtvoer en spoelen we de kelen met dennensap dat daar ter plaatse wordt gemaakt .
Marina kan ’s avonds haar oren niet geloven als ze hoort tot waar we die dag geklommen zijn.
“Bivak 3 ?” Ze schudt haar hoofd. “That’s for real alpinists ! You are dangerous people !”
Vrijdag 29 juli 2005
Onze laatste dag in Slovenië. We willen nog wat wandelen ‘rond de deur’. Er is hier immers zoveel te zien. Het wordt alweer een prachtige trip door bloemen- en alpenweiden.
Het is mij eerder al opgevallen dat oude vrouwkes de bossen ingaan op zoek naar champignons. Deze ‘Frau Holles’ zie je later met manden vol grote paddestoelen tergkeren.
Lowie wil ook nog even de rodelbaan proberen die langs de skipiste loopt. Pretpark in open natuur !
’s Avonds gaan we nog eens uit eten bij ‘Frida’ en ik weet al wat ik wil : gobami !
De paddestoelen – puur natuur gebakken met veel look en verse kruiden - zijn overheerlijk.
Zaterdag 30 juli 2005
Uit onze slaap gehouden door blaffende honden zijn we vetrokken om 3u30.
Sterrenhemel en een sikkelmaan als enige gezel.
Reeds om 4u15 zijn we aan de Sloveense grens waar opvallend veel verkeer staat aan te schuiven in de andere richting. De hele dag door zal het niet anders zijn : 20 km file, 25 km file.
Gelukkig steeds aan de andere kant. Dit is een wisselweekend en wat zijn wij blij dat we in de goede richting rijden ! Onderweg ook 2 verkeersslachtoffers gezien : 2 onfortuinlijke reetjes die de grote sprong over de macadam bekochten met hun leven.
Ik hou me bezig met nummerplaten kijken terwijl Stef de kilometers wegmaalt.
Ziehier mijn nummerplatenvangst van de dag (allemaal Duitsers) : LÜLx880, CÜTx406,
BEFx910, WÜFx201, RIPx243, DAxRM 927, SLxAK 23.
Vlak over de Belgische grens merken we PIPO 41 op ! Oké, we zijn weer thuis !
De Fabrytjes hebben in Beveren voor een lekkere BBQ, frisse pint en warm onthaal gezorgd.
Het wordt nog gezellig nagenieten vooraleer we uren later de oprit weer oprijden en verwelkomd worden door de poezen die ons 16 dagen eerder zagen vertrekken.
elzebubbel
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
slovenie is inderdaad wondermooi
Een reactie posten